Wandelen met uw pup

Voor een pup is het allereerst wennen aan het dragen van een halsband(je). Hij zal veel krabben omdat het irriteert. Het went sneller als u de halsband dag en nacht om laat tot hij aan het dragen van deze gewend is. Daarna kunt u de halsband alleen omdoen tijdens de wandelingen. Een tuigje is natuurlijk ook een optie, het gewicht van de hond is beter verdeeld dan met een halsbandje en kan tevens veiligheid bieden tijdens het vervoer in de auto.

Thuis is de enige bekende veilige plek voor uw pup, daarom zal hij er moeite mee hebben van huis weg te gaan in tegenstelling tot de weg terug naar huis. Er is één heel simpele oplossing: met de auto naar onbekend terrein gaan en hem daar uitlaten. Na enige tijd zal hij geen moeite meer hebben om ook direct vanuit huis aan de riem mee te lopen. Dit zal niet altijd en voor iedereen een optie zijn. Dan is het van huis weggaan zo leuk mogelijk maken, met wat lekkers, met een speeltje, vaak even door de knieën en roepen, de manier om de pup zover te krijgen dat hij met u meegaat. De eerste ongeveer 25 tot 50 meter tillen kan ook een optie zijn mits hij (nog) te dragen is. Zorg ervoor dat uw pup niet uit uw armen kan glippen en ondersteun zijn rug. Zoals met de meeste “puppydingen” is het allemaal maar tijdelijk…

Een pup mag geen lange wandelingen maken omdat hij nog in de groei is. Er is al snel sprake van overbelasting van spieren en gewrichten. Een vergelijking: je laat een baby ook niet aan bodybuiding doen. Afhankelijk van de bouw van de hond, een zwaar gebouwde hond wordt veel sneller overbelast dan een lichtgebouwde hond, is het raadzaam de 5 minuten norm per maand dat de hond oud is als leidraad te nemen.

Een hond van 12 weken kan dus ongeveer een wandeling van 15 minuten aan. (zwaar gebouwde honden). De lichter gebouwde honden kunnen iets meer belast worden.